Illegale prostitutie in Nijmegen, 1893-1910
Voorkant paper "stiekeme hoertjes" Bron: Regionaal Archief Nijmegen |
Briefwisselingen over prostitutie
Met ingang van 1 oktober 1893 werd het bordeelverbod van kracht in Nijmegen.[1] De invoering leidde tot vragen van andere gemeenten aan de burgemeester over onder andere de werking ervan in de praktijk. Vis en Duijghuisen hebben deze brieven in het Regionaal Archief van Nijmegen gevonden en doorgenomen [2]. Ze stuitte daarbij op een brief van de burgemeester van Roermond uit februari 1895 waarin met potlood stond bijgeschreven dat het aantal publieke huizen na het bordeelverbod in Nijmegen was afgenomen, maar dat het aantal bierhuizen met kelnerinnen nog nooit zo groot was geweest.[3] De uitspraak zou kunnen suggereren dat de illegale prostitutie sinds 1893 was toegenomen in bierhuizen, maar het staat er niet letterlijk. Nu zou men kunnen nagaan of in de eerste plaats het aantal bierhuizen met kelnerinnen in de stad gestegen was door te kijken in het Register van Drankwetvergunningen en in de tweede plaats door de grootte van de omvang en het verloop van het aantal buffetjuffrouwen in kaart te brengen.[4] Hoewel het aannemelijk klinkt, betekent de aanwezigheid van een grote groep van deze vrouwen niet automatisch dat een bierhuis ook daadwerkelijk een bordeel was. Daarvoor is meer bewijsvoering nodig.
Het illegale bordeel van Knippertz
Vis en Duijghuisen geven een mooi voorbeeld over een bierhuis dat als een illegaal bordeel beschouwd kan worden.[5] In 1895 komen (voormalig prostituee) Anna Knippertz, haar echtgenoot Johann Herman Hertzlerr en hun zoon Gustav in de stad wonen op de Oude Heeschelaan nr 243. Johann is bierhuishouder en wordt in een van de brieven van de burgemeester van Amsterdam aan zijn Nijmeegse collega omschreven als verdachte van illegale prostitutie. Dat ze in ieder geval contacten hadden met prostituees, blijkt uit het feit dat er in 1897 een prostituee, Therese Klusmann, bij hen inwoonde. Daarnaast hebben Vis en Duijghuisen achterhaald dat er van 1900 tot 1905 in het totaal zo'n 15 verschillende Duitse buffetvrouwen stonden ingeschreven op het adres. Dat er meer gedaan werd dan bier schenken, blijkt tot slot door de veroordeling van Knippertz voor het houden van een huis van ontucht in 1906. Haar man was toen inmiddels overleden.
Tot slot
De paper van Vis en Duijghuisen bestaat voor een groot deel uit interessante verhalen van personen die ze in de archieven hebben ontdekt. De bevindingen over de Nijmeegse prostitutie van de scriptie van Carla Rieter-Michelloti worden daardoor van interessante details voorzien.[6] De informatie die de studenten gebruikt hebben gaan met name over de periode van 1893 tot 1910. De belangrijkste bronnen die ze hanteerden zijn de brieven en stukken van de arrondissementsrechtbank die ze combineerden met de informatie in de bevolkingsregisters en adresboeken. Vooral de laatste twee bieden niet de meest betrouwbare gegevens, maar in combinatie met het andere materiaal kunnen ze waardevol zijn. Ik vind het knap wat de studenten in korte tijd gevonden hebben over een ingewikkeld onderwerp, waar weinig informatie over te vinden is.
Bronnen
Het illegale bordeel van Knippertz
Vis en Duijghuisen geven een mooi voorbeeld over een bierhuis dat als een illegaal bordeel beschouwd kan worden.[5] In 1895 komen (voormalig prostituee) Anna Knippertz, haar echtgenoot Johann Herman Hertzlerr en hun zoon Gustav in de stad wonen op de Oude Heeschelaan nr 243. Johann is bierhuishouder en wordt in een van de brieven van de burgemeester van Amsterdam aan zijn Nijmeegse collega omschreven als verdachte van illegale prostitutie. Dat ze in ieder geval contacten hadden met prostituees, blijkt uit het feit dat er in 1897 een prostituee, Therese Klusmann, bij hen inwoonde. Daarnaast hebben Vis en Duijghuisen achterhaald dat er van 1900 tot 1905 in het totaal zo'n 15 verschillende Duitse buffetvrouwen stonden ingeschreven op het adres. Dat er meer gedaan werd dan bier schenken, blijkt tot slot door de veroordeling van Knippertz voor het houden van een huis van ontucht in 1906. Haar man was toen inmiddels overleden.
Tot slot
De paper van Vis en Duijghuisen bestaat voor een groot deel uit interessante verhalen van personen die ze in de archieven hebben ontdekt. De bevindingen over de Nijmeegse prostitutie van de scriptie van Carla Rieter-Michelloti worden daardoor van interessante details voorzien.[6] De informatie die de studenten gebruikt hebben gaan met name over de periode van 1893 tot 1910. De belangrijkste bronnen die ze hanteerden zijn de brieven en stukken van de arrondissementsrechtbank die ze combineerden met de informatie in de bevolkingsregisters en adresboeken. Vooral de laatste twee bieden niet de meest betrouwbare gegevens, maar in combinatie met het andere materiaal kunnen ze waardevol zijn. Ik vind het knap wat de studenten in korte tijd gevonden hebben over een ingewikkeld onderwerp, waar weinig informatie over te vinden is.
Bronnen
- Arrondissementsrechtbank Om te achterhalen hoe groot de illegale prostitutie was in de stad is het doorploegen van de stukken van de arrondissementsrechtbank een goede stap. Vis en Dijghuisen hebben dit voor enkele jaren gedaan in Nijmegen: 1900, 1901 en 1906. Het werk neemt echter veel tijd in beslag. In Haarlem is het bijvoorbeeld eenvoudiger, omdat men daar op persoonsnaam digitaal kan zoeken naar veroordeelden.
- Oud Secretariearchief Nijmegen (openbare orde, zedeljkheid en veiligheid) Raadsverslagen en brieven tussen gemeenten waarin verdachten van prostitutie werden genoemd. Deze zijn allemaal te vinden bij: bestrijding onzedelijkheid.
- Krantenbank Via de digitale krantenbank kunnen de archieven van de De Provinciale Gelderse en Nijmeegse Courant (PGNC) en de Gelderlander op zoekwoorden (bijvoorbeeld "bordeel") doorzocht worden.
Noten
[1] Martin Bossenbroek en Jan Kompagnie, Het mysterie van de verdwenen bordelen (Amsterdam 1998) 207.
[2] Esther Vis en Lise Duijghuisen, "Stiekeme hoertjes": de illegale prostitutie in Nijmegen van 1893 tot en met 1919 (Paper Radboud Universiteit; Nijmegen, 2013) 9.
[3] RAN, N.A.N. 19-26638 (brieven betreffende prostitutie)
[4] RAN, Dienst Bouw- en Woningtoezicht Nijmegen, 1888 - 1951, inv nrs 1065-1066 en
RAN, Berenbroek, L, [1600] - 2000 (dienstbodenregisters microfishes), inv nrs 4 - 4f
[5] Vis en Duijghuisen, "Stiekeme hoertjes" 13.
[6] Carla Rieter-Michelotti, "...slegte stadse vrouwen": enige aspecten van de Nijmeegse prostitutie in de negentiende eeuw (Scriptie KUN; Nijmegen 1980).
Reacties
Een reactie posten