Geheim register van vrijgelaten gevangenen, 1882-1897

Een persoon uit het verleden komt pas echt tot leven wanneer je een oude foto van hem of haar ziet. Als je een dergelijke afbeelding uit de negentiende-eeuw in een archief hebt gevonden, dan is de kans echter groot dat de geportretteerde in problemen was gekomen met justitie. En blijkt het ook nog eens afkomstig te zijn uit het geheim register van ontslagen gevangenen, dan is het nog erger. In het register werden namelijk alleen personen toegevoegd die beschouwd werden als een gevaar voor de samenleving. Inzage was in die tijd beperkt tot personen in specifieke beroepen. Tegenwoordig is het oude register online te raadplegen bij het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC).(1) Ik vond in de databank ook veroordeelde bordeelhouders en prostituees, zoals de grimmig uitziende man hier rechts. Zijn naam was Gerardus Mulders.

Initiatiefnemer voor het geheime register is de Minister van Justitie, Anthony Modderman.(2) Door zijn inbreng worden tussen 1882 en 1897 veroordeelden van ernstige misdrijven gefotografeerd vlak vóór hun vrijlating. Samen met hun naam en beschrijving van uiterlijk, gedrag en bijzondere kenmerken worden ze dan aan het register toegevoegd. De maandelijks geactualiseerde lijst gaat vervolgens naar de procureurs-generaal bij de gerechtshoven en de officieren van justitie. Later worden ze ook naar officieren van de marechaussee en commissarissen van politie in gemeenten met meer dan tienduizend inwoners verzonden. Alle ontvangers moeten de inhoud geheim houden, omdat publieke kennis het voor de voormalige gevangenen lastig zou maken om "fatsoenlijk" werk te vinden.(3)

Bordeeleigenaren en prostituees
In de databank van het BHIC kan gezocht worden op het beroep van de veroordeelde (via "Alle Velden"). Ik heb daarom gezocht op de termen "publieke vrouw" en bordeel*. Het sterretje staat in digitale zoeksystemen voor een willekeurig aantal letters (bordeelhouder, bordeelhoudster, bordeeleigenaar). Het levert elf personen op. Omdat het in de negentiende eeuw legale beroepen zijn, kunnen mensen voor dit werk niet veroordeeld worden. Wat vermelden de registers dan over hen en de misdaden die ze hebben gepleegd?

Gerardus Mulders
Gerardus is de eerste naam die ik in het register zie. Hij wordt geboren in Engelen, bij 's-Hertogenbosch. Voor zijn veroordeling woont hij in 's-Hertogenbosch, is rooms-katholiek en getrouwd. Na een gevangenisstraf van 5 jaar voor diefstal komt de 40-jarige bordeelhouder in juli 1891 vrij. Hij heeft zijn straf uitgezeten in de strafgevangenis van Leeuwarden en heeft daar als taak schoonmaken. Zijn gedrag wordt omschreven als goed en er wordt ook vermeld dat hij kan lezen en schrijven. Wat zijn uiterlijk betreft blijkt hij 1,74 meter lang te zijn; donker haar en wenkbrauwen te hebben; blauwe ogen en een brede neus en voorhoofd. Zijn mond wordt omschreven als "groot" en zijn kin rond. In zijn algemeenheid zou hij er gezond uitzien. Naast Gerardus zijn er nog twee andere bordeelhouders gevonden in het geheime register.

Janke en Theodorus

In het jaar dat Gerardus gevangen zit, worden de twee andere bordeeleigenaren juist vrijgelaten. De eerste is Janke Hemkes. De 54-jarige blijkt tweemaal veroordeeld te zijn geweest voor medeplichtigheid aan diefstal. Ze krijgt er een gevangenisstraf voor van zes en van drie jaar. Ze werkt in die periode als naaister en haar gedrag wordt als "goed" omschreven. Ze kan bovendien lezen en schrijven en is met 1,49 niet groot. Net als Gerardus is ze getrouwd. Ze is protestants en woont voor de arrestatie in Leeuwarden.

Theodorus de Faber, de laatstgenoemde bordeelhouder, is 48 jaar oud als ook hij in 1886 de gevangenis verlaat. Afkomstig uit Franeker, maar woonachtig voor zijn arrestatie in Arnhem. Net als de anderen is hij veroordeeld voor diefstal en moet hiervoor zes jaar in de strafgevangenis van Leeuwarden doorbrengen. Daar helpt hij mee in de keuken. Zijn gedrag is goed. Het register beschrijft hem verder als een langere man van 1,80 meter, met blond haar en blauwe ogen. Zijn neus en kin zijn gewoon. Hij is getrouwd, rooms-katholiek en kan ook lezen en schrijven.

Prostituees
Behalve de drie bordeelhouders worden acht prostituees in de registers opgenomen. De meesten van hen zijn herhaaldelijk veroordeeld voor diefstal, soms aangevuld met afpersing en geweldpleging. Op één na kunnen allen schrijven en gedragen ze zich goed tijdens hun gevangenschap. Er zijn echter twee uitzonderingen. Het gedrag van de 40-jarige Johanna Nagel, veroordeeld voor diefstal met geweldpleging, wordt als redelijk omschreven, omdat ze last zou hebben van driftbuien. Janna Pluim (zie afbeelding rechts) maakt een slechtere indruk. Ze wordt omschreven als: "totaal onhandelaar" en zeer lastig individu. De 54-jarige weduwe is veroordeeld voor diefstal, mishandeling, rebellie en bedelarij. Ze zou een alcoholprobleem hebben en is "aanhoudend in twist met hare lotgenooten en in oneenigheid met de beambten". Verhalen, zoals die van Janna en Johanna worden al snel gegeneraliseerd tot een algemeen beeld van prostituees. Daarom is het belangrijk om ze in perspectief te plaatsen.

In perspectief plaatsen
Het is lastig om vanuit deze bron algemene conclusies over de prostitutie te trekken. De drie bordeelhouders en acht prostituees zijn slechts enkelen van de in totaal 1.676 personen (waarvan 117 vrouwen) die in het geheime register worden ​​vermeld. Het lijkt in verhouding dus erg mee te vallen met de ernstige misdrijven waarbij bordeelhouders en prostuees betrokken zijn. De bron laat bovendien uitsluitend de personen zien die in ernstige problemen zijn geraakt. Niet degenen die werkzaam zijn in de prostitutie zonder ooit gearresteerd te zijn geweest. Om de 11 personen die wel in het geheime register opgenomen zijn beter te leren kennen kun je hun vonnis opzoeken in rechtbankarchieven om zo te achterhalen wat "diefstal" inhoudt voor ieder van hen, zoals Gerardus. Door de individuen vervolgens in de context van institutionele regels, economische groei en sociaal-culturele veranderingen te plaatsen, hebben ze wel degelijk waarde. De toegevoegde foto's bieden bovendien binding met het verleden en maken nog eens duidelijk dat de geschiedenis om mensen gaat.  

Zo vormt dit fascinerend geheim register met foto's een belangrijke bijdrage aan het uiteindelijk inzichtelijk maken van het grotere geheel.


Noten
(1) Zie het nieuwsbericht over de geheime registers op de website van BHIC.
(2) Hanneke Hoekstra, Het hart van de natie: morele verontwaardiging en politieke verandering in Nederland, 1870-1919 (Amsterdam 2005) 27; Petra de Vries, Kuisheid voor mannen, vrijheid voor vrouwen. De reglementering en bestrijding van prostitutie in Nederland, 1850-1911 (Hilversum 1997) 32-40.
(3) De originele brief van Moddernam aan de.procureurs-generaals van de rechtbanken bij Tresoar, missive van den Minister van Justitie, 31-03-1882.


[Blog post in English]

Reacties

Populaire posts van deze blog

Schoenen in de negentiende eeuw

Ongewenste buitenlandse prostituees in Amsterdam, 1874-1897